Masterclass Macht en tegenmacht in het provinciebestuur
Programma
Bijeenkomst 1 Opdracht geven en verantwoorden in het netwerkbestuur
Bij vrijwel alle thema’s waar de provincie mee te maken heeft, spelen andere bestuurslagen, bedrijven, maatschappelijke organisaties en inwoners een rol. Wat je als provincie voor elkaar krijgt, heb je maar voor een deel in eigen hand. Dat heeft niet alleen consequenties voor de uitvoering, maar ook voor de verantwoording. Want hoe formuleer je als de Staten de opdracht, de kaders, op zo’n manier dat je naderhand daar Gedeputeerde Staten op kan aanspreken? En wie mag het succes claimen van beleid bij zoveel medespelers, maar ook: wie krijgt de schuld als het misgaat? Dit staat ook wel bekend als het probleem van de vele handen. Met voortgangsrapportages, (mid-term) evaluaties, jaarrekeningen, audits en rekenkameronderzoek proberen Provinciale Staten grip te krijgen, controle uit te oefenen en Gedeputeerde Staten tot verantwoording uit te nodigen. Maar hoe scherp en effectief zijn die instrumenten nog? Wordt het in het netwerkbestuur niet tijd voor nieuwe vormen van controle en verantwoording?
Bijeenkomst 2 Gedeputeerde Staten scherp houden
Waar in de eerste sessie controle en de externe netwerkomgeving van het provinciebestuur centraal stond, gaat de tweede sessie in de interne verhouding tussen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten: Hoe kunnen Statenleden en Provinciale Staten nu goed invulling geven aan hun controle op Gedeputeerde Staten? Daarvoor brengen we eerst in beeld welke doelen controle zou kunnen dienen, zoals het leren van goede praktijken en fouten, het voorkomen van machtsmisbruik door de uitvoerende macht en het realiseren van wat Provinciale Staten namens de inwoners wil. Vervolgens komt aan de orde wat het nu lastig maakt om die doelen bereiken. Dat is allereerst een kwestie van kunnen: Zijn Provinciale Staten bijvoorbeeld afdoende in staat om Gedeputeerde Staten bij de les te houden, of zijn er ook andere spelers nodig? En biedt het informatiehuishouden binnen het provinciebestuur wel de mogelijkheid om te leren van wat er goed en fout is gegaan? Het is ook een kwestie van willen: Wensen alle Statenleden bijvoorbeeld wel hetzelfde bereiken namens de inwoners, of heeft elk zo’n zijn eigen kaders waaraan die Gedeputeerde Staten houdt? Door doelen en mogelijkheden van controle in onderling gesprek in beeld te brengen, verschaft deze sessie strategisch inzicht in de manier waarop Statenleden die taak invulling kunnen geven.
Bijeenkomst 3 Schieten met scherp of samenwerken
De verhouding tussen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten kan heel verschillend zijn. In een afrekencultuur staan ze eerder tegenover elkaar, waarbij Provinciale Staten Gedeputeerde Staten op de huid zitten. Waar de tegenstelling tussen oppositie en coalitie die verhouding tekent, is vaak een combinatie van defensieve discipline en machteloze kritiek te zien. De verhouding kan ook meer gekenmerkt worden door samenwerking, ondanks verschillende taken en politieke wensen. In gesprek met mensen die ervaring hebben met uiteenlopende culturen in het provinciebestuur, staan we stil bij de vraag hoe de verhouding tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten is te veranderen en wat de voor- en nadelen zijn van conflictueuze en coöperatieve culturen.
De verhouding tussen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten is een van dé onderwerpen waarover Statenleden meer willen weten. En dat is geen wonder. Ze hebben er immers veel mee te maken. Ze wijzen de gedeputeerden aan. Gedeputeerde Staten maken de begroting en de meeste voorstellen, waarover Provinciale Staten over besluiten. En vervolgens controleren Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten hun werk goed uitvoeren. Het is ook een lastige verhouding. Omdat Gedeputeerde Staten over meer tijd beschikken en vaak eerder op de hoogte zijn van allerlei beleidsrelevante informatie is het lastig voor Statenleden tegenwicht te bieden. En de coalitie- en oppositiedynamiek maakt het niet altijd even makkelijk voor een coalitie-Statenlid om een afwijkend standpunt in te nemen en voor een oppositie-Statenlid om invloed uit te oefenen op het provinciaal beleid.
De masterclass bestaat uit drie online sessies, waarin naast uitleg juist ook ruimte is voor Statenleden om ervaringen, strategieën en inzichten uit te wisselen. Dergelijke interactie rondom een duidelijk belijnd thema viel namelijk erg in de smaak bij Statenleden die de eerdere masterclasses volgden. De docenten zijn Harmen Binnema en Hans Vollaard, die eerder in 2020 en 2021 een aantal zeer gewaardeerde masterclasses verzorgden voor Statenleden in opdracht van Statenlidnu.