Presentatie Zakboek Statenleden - Toespraak Harold van de Velde

Gepubliceerd op 21 mei 2018 om 21:52

Vandaag is het een bijzonder moment voor de auteurs van het Zakboek Statenleden. Maandenlang is er met man en macht gewerkt aan een gereedschapskist voor het betere statenwerk. Het resultaat mag er zijn! Nu is het aan een Statenlid zelf om de inhoud tot zich te nemen en te zorgen voor het betere statenwerk. Mevrouw Broekers-Knol heeft al een beeld geschetst dat Statenleden niet alleen provinciale ankers heeft, maar ook de samenstelling van de Eerste Kamer is afhankelijk van wat er in de Provincies gebeurt. Deze getrapte verkiezingen zullen volgend jaar ook veel aandacht krijgen nu er weer een nieuwe Regering in de zetels zit. Echter zijn die camera's en journalisten na 20 maart 2019 weer verdwenen. Dan is het aan al die 570 Statenleden om vier jaar lang hun Statenwerk goed te doen en hun kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende rol uit te oefenen. En dat in een omgeving van een middenbestuur die in 2018 steeds belangrijker aan het worden is. Kijk naar het IBP, het Interbestuurlijk programma, dat recent is ondertekend door het Kabinet samen met gemeenten, waterschappen en provincies. Het is goed dat een aantal jaren terug de Provincies haar taken heeft scherpgesteld.
Statenleden voeren hun drie rollen uit op de 7 kerntaken:

1. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling, waaronder waterbeheer
2. Milieu, energie en klimaat
3. Vitaal platteland, natuurbeheer & ontwikkeling natuurgebieden
4. Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer
5. Regionale economie
6. Culturele infrastructuur en monumentenzorg
7. Kwaliteit van het openbaar bestuur

Aangevuld met wat per provincie nog meer nodig is om samen met gemeenten maatschappelijke opgaven te beantwoorden. In Groningen gaat het bijvoorbeeld in Provinciale Staten ongetwijfeld over gaswinning, in Gelderland over de vliegroutes naar Lelystad en in Zeeland over Thermphos. Soms vragen mensen zich wel eens af: is het nodig dat de Staten zich hiermee bemoeien? Het antwoord is vaak eenvoudig als je bovenstaande onderwerpen hoort: soms is het ene zetje net nodig om iets in beweging te krijgen of om eendracht te maken.

Hoe krijg je iets in beweging? Die vraag komt bij Statenleden veel op. Het zakboek kan daarin behulpzaam zijn. De uitdaging voor een Statenlid is om zo effectief mogelijk te zijn, maar hoe doe je dat. Die vraag is voor de beroepsvereniging van Statenleden, Statenlidnu, ook relevant. Hoe maak je het slimst gebruik van je instrumenten? Wat kun je doen om goed te communiceren? Mensen en middelen kunnen helpen om hierdoor beter je statenwerk te kunnen doen. Dat is ook 1 van de missies van Statenlidnu. Elk Statenlid de kans geven om zijn of haar deskundigheid te bevorderen. Want betrokken, deskundige en krachtige provinciale statenleden dragen bij aan een sterk provinciaal bestuur en zijn daarmee onmisbaar voor het functioneren van onze democratie. Het is mooi om te ervaren dat ook het Ministerie van BZK die waarde daarvan inziet en bezig is met een actieprogramma om democratie en bestuur te versterken. Juist gericht op de ondersteuning van volksvertegenwoordigers.

Immers, ruim twee derde van de Statenleden combineert het Statenlidmaatschap met een betaalde baan. Gemiddeld genomen werken deze Statenleden 33 uur per week. Het Statenlidmaatschap vergt een investering van gemiddeld ruim 20 uur per week. Om deze uren zo effectief mogelijk te besteden, helpt het als er handvatten zijn om het Statenwerk goed in te richten. Daar wordt met het zakboek een stevige basis voor gelegd. Statenlidnu vindt het echter een illusie om te denken dat het mogelijk is de tijdsinvestering van een statenlid te beperken tot 8 – 12 uur per week zoals de Raad voor Openbaar Bestuur suggereert. Alleen al het invullen van het volksvertegenwoordigerschap vergt een hogere tijdsinvestering. Een vergoeding voor werkzaamheden van € 1.163,75 staat daarmee niet in verhouding tot de tijdsbesteding en het inkomensverlies door minder werken. Bovendien leidt inkomensverlies tijdens het statenlidmaatschap ook tot een lagere pensioen op latere leeftijd. Statenleden hebben daarmee nog geen medelijden met Eerste Kamerleden waar mevrouw Broekers-Knol iets over vertelde: zij krijgen meer dan het dubbele vergoed voor ongeveer dezelfde tijdsbesteding. Om de band nog meer te versterken tussen provincies en de Eerste Kamer zou het een voortreffelijk idee zijn om de
vergoeding gelijk te trekken. Dit zeg ik natuurlijk met een knipoog. 
 
Statenlidnu is blij met de aandacht in de Tweede Kamer en zal zich de komende maanden sterk maken voor een hogere vergoeding waar Statenleden recht op hebben.

Tot slot: het vandaag gepresenteerde zakboek is te mooi om niet naar te kijken, te goed om te laten liggen. Daarom is het voornemen van Statenlidnu om na de Statenverkiezingen volgend jaar alle nieuwe Statenleden een exemplaar te overhandigen, samen met andere relevantie informatie in de vorm van een zogenaamd inwerkpakket. Ik wil alle mensen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het zakboek hartelijk danken voor hun enorme inzet. En laat ik het lef maar hebben om die dank uit te spreken namens heel veel Statenleden in Nederland. En u zult misschien denken: zegt hij nu niets meer over de meerwaarde van de Provincies? Dat klopt! Onze geschiedenis leert dat de Provincies ervoor hebben gezorgd dat het Rijk (onze Staat) is opgericht. Niet andersom. Dat zegt voor mij al genoeg.
Symposiumbundel Zakboek Statenleden
PDF – 6,5 MB 794 downloads