In het Algemeen Overleg over Democratische Vernieuwing heeft Rob Jetten (D66) minister Ollengren gevraagd om ook naar de vergoeding van statenleden te kijken. In antwoord op deze oproep heeft de minister toegezegd ook naar de vergoedingen van statenleden te kijken.
Jetten (D66) deed deze oproep nadat minister Ollengren in een brief aan de Tweede Kamer en in het debat had aangegeven in gesprek te zijn met de VNG over de vergoeding van raadsleden uit kleine gemeenten. Statenlidnu is blij dat de rechtspositie van Statenleden op de agenda staat van de Minister en Tweede Kamer en zal zich volop blijven inzetten om de vergoeding voor Statenleden te verhogen. Alleen op deze wijze houden we een goede balans tussen jong en oud en houden we onze democratie aantrekkelijk en gezond.
De Tweede Kamer had eerder een ronde tafelgesprok over de ondersteuning van raadsleden. Statenlidnu heeft in voorbereiding daarop een positionpaper gestuurd over de rechtspositie van Provinciale Statenleden. Op woensdag 14 maart 2018 sprak de Tweede Kamer met de Minister over de rechtspositie en ondersteuning van volksvertegenwoordigers.
Nederland kent sinds de Statenverkiezingen in maart 2015 570 Statenleden. Statenleden werken gemiddeld 33 uur per week en zijn daarnaast statenlid. Het Statenlidmaatschap vergt een investering van gemiddeld ruim 20 uur per week. Deze werkzaamheden als statenlid zijn bovendien veelal tijdens kantooruren, waardoor de meeste statenleden gedwongen zijn om minder te gaan werken of onbetaald verlof op te nemen. Voor beide zijn ze afhankelijk van de medewerking van hun werkgever.
Deze stapeling in combinatie met een privéleven zorgt ervoor dat met name jonge Statenleden met een (jong) gezin het Statenwerk moeilijk of niet kunnen combineren en zich daardoor genoodzaakt voelen om af te treden.
Een vergoeding voor werkzaamheden van € 1.163,75 staat daarmee niet in verhouding tot de tijdsbesteding en het inkomensverlies door minder werken. Bovendien leidt inkomensverlies tijdens het statenlidmaatschap ook tot een lagere pensioen op latere leeftijd. Deze vergoeding staat in schril contrast met de vergoeding die raadsleden ontvangen. Raadsleden in gemeenten met meer dan 40.000 inwoners ontvangen al een hogere vergoeding dan statenleden, de vergoeding voor raadsleden in 100.000+ gemeente is 1,5x zo hoog. Dit betekent dat inmiddels in bijna een derde van de gemeenten de raadsleden een hogere vergoeding ontvangen dan een Statenlid, terwijl de tijdsinvestering voor een statenlid minstens gelijk zo niet hoger is en vaker dan gemiddeld leidt tot inkomensverlies door de tijdstippen waarop de statenleden actief zijn. Statenlidnu maakt zich sterk voor een vergoeding die recht doet aan de tijdsinvestering van volksvertegenwoordigers.
Reactie plaatsen
Reacties